In het moderne tijdperk van democratie en beroepslegers is een voorwendsel voor oorlog nodig om de natie rond de vlag te verzamelen en het publiek te motiveren om te vechten. Daarom gaat elk groot conflict nu vergezeld van zijn eigen bijzondere lijfwacht van leugens. Van valse vlag aanvallen tot het ontmenselijken van de “vijand”, hier zijn alle voorbeelden die u nodig hebt om een eeuw van oorlogsleugens te helpen ontkrachten, schrijft Charles Burris.
WO I
In 1915 werd de RMS Lusitania, een Britse oceaanstomer op weg van New York naar Liverpool, door een Duitse U-boot 18 kilometer voor de kust van Ierland tot zinken gebracht. Het zinken van het schip, waarbij 128 van de 139 Amerikanen aan boord omkwamen, werd een symbool van het Duitse kwaad en hielp het Amerikaanse publiek psychologisch voor te bereiden op de uiteindelijke deelname van hun land aan WO I. Maar elk facet van het verhaal van de Lusitania zoals het aan het publiek is voorgesteld, was een opzettelijke leugen of een leugen door weglating.
Het schip was geen zuiver civiel schip met 3.813 containers van 40 pond (ongekoeld) “kaas” en 696 containers “boter” aan boord, zoals op de officiële vrachtlijst stond, maar kruitkatoen, in overeenstemming met de opgegeven bestemming van de lading: de Weapons Testing Establishment van de Royal Navy.
Het werd niet door de Duitse torpedoboot tot zinken gebracht, maar door secundaire explosies van de munitie die het schip (illegaal) vervoerde.
Het was niet het slachtoffer van een laffe Duitse verrassingsaanval (de Duitse ambassade plaatste een waarschuwingsbericht over de Lusitania in 50 Amerikaanse kranten, vlak naast de vermeldingen van Cunard zelf).
En de toenmalige Amerikaanse ambassadeur in Engeland, Walter Hines Page, schreef vijf dagen voordat het schip tot zinken werd gebracht een brief aan zijn zoon, waarin hij vroeg: “Als een Brits lijnschip vol met Amerikaanse passagiers wordt opgeblazen, wat zal Uncle Sam dan doen? Dat is wat er zal gebeuren.”
Wat concludeerde de officiële doofpot van het incident dan? Natuurlijk dat de gemene Duitsers een perfide sluipaanval hadden uitgevoerd op een onschuldige vredesboot. En de rest, zoals men zegt, is geschiedenis.
WO II
Iets meer dan twee decennia later kwam Amerika in WO II terecht toen de Japanners in december 1941 Pearl Harbor aanvielen, waarbij meer dan 2.400 Amerikaanse militairen en burgers omkwamen. Maar Pearl Harbor is geen onuitgelokte aanval, zoals de officiële, door de regering goedgekeurde geschiedenis u wil doen geloven, maar een samenzwering om het Amerikaanse publiek tot oorlog aan te zetten, door eerst een Japanse aanval op Amerikaanse doelen uit te lokken en dan toe te staan.
Dit is niet eens een omstreden idee; het werd door velen in de regering Roosevelt in die tijd algemeen begrepen en besproken. Henry Stimson, de Amerikaanse Minister van Oorlog, noteerde in zijn dagboek dat President Roosevelt hem juist de week vóór de aanval had gezegd “dat wij waarschijnlijk al aanstaande maandag kunnen worden aangevallen” en vervolgens Stimson om advies had gevraagd over “hoe wij hen [de Japanners] in de positie moesten manoeuvreren om het eerste schot af te vuren zonder al te veel gevaar voor onszelf toe te laten.” Rond dezelfde tijd stuurde Roosevelt een bericht naar alle militaire commandanten waarin stond dat “De Verenigde Staten wensen dat Japan de eerste openlijke daad stelt.”
Hoe lokten FDR en zijn regering de Japanners dan uit om aan te vallen?
Eind 1940 gaf Roosevelt opdracht om de Vloot van de Verenigde Staten van San Pedro naar Pearl Harbor te verplaatsen. Het bevel maakte admiraal James Richardson, opperbevelhebber van de Amerikaanse vloot, woedend, die zich bij FDR bitter beklaagde over het onzinnige besluit: het liet de vloot uit alle richtingen open voor aanvallen, het creëerde een 3.200 kilometer lange bevoorradingsketen die kwetsbaar was voor verstoring, en het pakte de schepen samen in Pearl Harbor, waar ze in geval van een bombardement of een torpedo-aanval schietschijven zouden zijn. FDR, niet in staat om deze bezwaren te weerleggen, ging door met het plan en ontsloeg Richardson van zijn commando.
In juni 1941 schreef Harold Ickes, minister van Binnenlandse Zaken, een memo waarin hij FDR adviseerde een embargo op Japanse olie in te stellen om hen tot oorlog aan te zetten: “Er zou zich uit het embargo op de olie aan Japan zo’n situatie kunnen ontwikkelen dat het niet alleen mogelijk, maar ook gemakkelijk zou worden om op een effectieve manier in deze oorlog te geraken.” Roosevelt volgde weken later met een bevel tot inbeslagneming van Japanse tegoeden in Amerika en verhinderde Japan effectief de broodnodige Amerikaanse olie te kopen, die op dat ogenblik goed was voor vier vijfde van de Japanse olie-import.
De provocaties hadden hun beoogde effect, en de Amerikanen luisterden via de radio de Japanse oorlogsvoorbereidingen af. Zij ontvingen van diplomatieke ambtenaren en militaire attachés waarschuwingen voor een op handen zijnde aanval. De aanval werd zelfs voorspeld door de Honolulu Advertiser, dagen voordat hij plaatsvond. Maar al deze waarschuwingen werden in de wind geslagen. Ook nu nog, bijna 80 jaar na de gebeurtenissen, blijven er nieuwe documenten en memo’s gevonden worden waaruit blijkt dat er nog meer waarschuwingen waren die Roosevelt en zijn regering opzettelijk negeerden in de aanloop naar de aanval.
FDR kreeg zijn zin. De Japanse aanval had succes: 2.400 Amerikanen kwamen om, en de verontwaardigde natie reageerde door zich rond de vlag te scharen en enthousiast in de oorlog te springen.
Maar de Japanners zelf waren geen onschuldigen als het erop aankwam zich een weg in de oorlog te liegen. Tien jaar vóór Pearl Harbor, in 1931, zocht Japan een voorwendsel om Mantsjoerije binnen te vallen. Op 18 september van dat jaar liet een luitenant van het Keizerlijk Japanse Leger een kleine hoeveelheid TNT ontploffen langs een spoorweg in Japans bezit in de Mantsjoerische stad Mukden. De daad werd toegeschreven aan Chinese dissidenten en gebruikt om de invasie en bezetting van Mantsjoerije te rechtvaardigen. Toen de leugen later werd ontmaskerd, werd Japan diplomatiek gemeden en gedwongen zich uit de Volkenbond terug te trekken.
De Koreaanse oorlog
De Volkenbond viel uiteen juist omdat hij niet in staat was de Tweede Wereldoorlog te voorkomen. Haar opvolger, de Verenigde Naties, hield zich kort na haar oprichting bezig met haar eigen oorlogsleugens, om ervoor te zorgen dat haar niet hetzelfde lot zou treffen.
De Korea-oorlog, gevoerd onder de vlag van de VN en aan het publiek verkocht als een deugdzame missie om het Zuiden te redden van de communistische agressie van het Noorden, was op zichzelf een oorlog die nooit had mogen plaatsvinden. De verdeling van Korea in Noord en Zuid was geen organieke beslissing van het Koreaanse volk, maar een plan dat zijn oorsprong vond in een artikel in 1944 in Foreign Affairs, het tijdschrift van de Council on Foreign Relations, waarin werd voorgesteld het land op te delen en het bestuur ervan in handen te geven van de geallieerden, waaronder de Sovjets. Toen de pas opgerichte VN dat plan in 1945 in de praktijk bracht, werd Korea willekeurig verdeeld langs de 38e breedtegraad, waarbij de VS het zuiden bestuurden en de Sovjet-Unie het noorden.
De oorlog zelf was ook niet het organisch resultaat van beslissingen van het Koreaanse volk. In 1949 schreef Owen Lattimore, lid van het door Carnegie en Rockefeller gefinancierde Institute for Pacific Relations en adviseur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor Oost-Aziatische vraagstukken: “Wat wij moeten doen is Zuid-Korea laten vallen, maar het er niet op laten lijken dat wij het hebben geduwd.” In een toespraak voor de National Press Club het jaar daarop plaatste minister van Buitenlandse Zaken Dean Acheson Korea buiten de “verdedigingsperimeter van de VS in de Stille Oceaan,” en verklaarde dat elke aanval die buiten die perimeter plaatsvond, behandeld zou moeten worden “op grond van het Handvest van de Verenigde Naties.” Dit als groen licht nemend, vielen de Noord-Koreanen, zwaar versterkt en uitgerust met militaire hulp van de Sovjet-Unie, het Zuiden binnen.
De oorlog begon op 27 juni 1950, toen de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een resolutie aannam waarin de leden werden opgeroepen militaire bijstand te verlenen “om de internationale vrede en veiligheid in het gebied te herstellen.” De Sovjet-Unie, die een vetorecht had in de Veiligheidsraad, had haar veto kunnen uitspreken tegen de resolutie en kunnen verhinderen dat de VN zich met de oorlog zou inlaten, maar zij onthield zich geheel van stemming.
Toen generaal MacArthur, die de VN-troepen aanvoerde, erin slaagde het Noorden tot aan de Chinese grens terug te dringen, werd hem verhinderd de missie te voltooien door Truman, die geen toestemming wilde geven voor operaties ten noorden van de 38e breedtegraad die in handen van de Sovjet-Unie was, tenzij er geen kans was op een confrontatie met Chinese of Sovjet-troepen. MacArthur, geschokt door deze ontwikkeling, schreef jaren later in een brief: “Een dergelijke beperking op het gebruik van de beschikbare militaire kracht om een vijandelijke aanval af te slaan heeft geen precedent, noch in onze eigen geschiedenis, noch, voor zover ik weet, in de geschiedenis van de wereld. [. . .] Voor mij was het een duidelijke voorbode van de tragische situatie die zich sindsdien ontwikkeld heeft en liet mij achter met een gevoel van shock dat ik nog nooit eerder ervaren had in een lang leven vol explosieve reacties en gedenkwaardige gevaren.”
Uiteindelijk eindigde het bloedige Koreaanse conflict niet met een vredesakkoord, maar met een staakt-het-vuren. Niet met de hereniging van het Koreaanse schiereiland, maar met de instelling van een gedemilitariseerde zone om ze gescheiden te houden. Bijna drie miljoen burgers stierven tijdens de gevechten, en het land werd aan stukken gescheurd, en dat alles in naam van een militaire actie onder de vlag van de VN, die in de eerste plaats nooit tot een oorlog had mogen escaleren.
De Vietnam oorlog
In augustus 1964 was President Johnson druk bezig met het vinden van een excuus om een formele escalatie van de Amerikaanse militaire betrokkenheid in Vietnam te rechtvaardigen. Dat voorwendsel kwam op 2 augustus, toen de USS Maddox, een torpedobootjager die zogenaamd op een vreedzame missie in internationale wateren was, een verrassingsaanval van Noord-Vietnamese torpedoboten in de Golf van Tonkin meldde. Slechts twee dagen later meldde het een nieuwe aanval. Johnson reageerde door vergeldingsaanvallen uit te voeren en de Golf van Tonkin-resolutie te ondertekenen, waarmee de Vietnam-oorlog formeel begon.
Jaren later werd onthuld dat ook het verhaal van de Maddox een weefsel van leugens was geweest. De Maddox dreef niet vreedzaam in de buurt van de Vietnamese wateren rond, zich met zijn eigen zaken bemoeiend, maar maakte deel uit van een geheime elektronische oorlogscampagne die de Zuid-Vietnamezen hielp bij het uitvoeren van aanvallen op het Noorden. Het was op 2 augustus niet uit het niets aangevallen, zoals oorspronkelijk gemeld, maar had in feite eerst gevuurd. En, zoals zelfs in de eigen interne publicatie van de NSA, die 40 jaar na het incident voor het eerst voor het publiek beschikbaar werd gesteld, werd geconcludeerd, had de tweede aanval op 4 augustus helemaal nooit plaatsgevonden.
Maar dit waren slechts details, en, net als de feiten over de Lusitania en Pearl Harbor, werden deze details lang genoeg onderdrukt om de gebeurtenis zijn beoogde effect te laten hebben: het publiek ophitsen voor oorlog.
De Zesdaagse Oorlog
De Zesdaagse Oorlog in 1967 tussen Israël en Egypte, Syrië en Jordanië is nog een voorbeeld van een oorlog die gerechtvaardigd werd om redenen die later als leugens werden ontmaskerd.
Toen Israël op de ochtend van 5 juni een aanval uitvoerde op de Egyptische vliegvelden, beweerde het aanvankelijk dat het een verdedigingsaanval was en dat Egypte eerst had toegeslagen. Maar dit was een gemakkelijk te bewijzen leugen, en de bewering werd snel laten vallen.
Vervolgens beweerden zij dat de aanval een “preventieve zelfverdediging” was en dat Egypte en zijn Arabische bondgenoten voorbereidingen hadden getroffen om Israël aan te vallen. Maar verscheidene Israëlische functionarissen, waaronder Yitzhak Rabin, gaven later toe dat Egypte geen oorlog had voorbereid, of zelfs maar geïnteresseerd was in een oorlog.
En dan, in het meest schandalige incident van allemaal, probeerde Israël Amerika bij de oorlog te betrekken door een aanval op de USS Liberty, een Amerikaans schip voor technisch onderzoek dat op het moment van de oorlog elektronische inlichtingen verzamelde net buiten de territoriale wateren van Egypte. De aanval, uitgevoerd door Israëlische straaljagers en torpedoboten, was meedogenloos. De Liberty werd herhaaldelijk bestookt en getorpedeerd, waarbij de bemanning noodboodschappen zond en zelfs een grote Amerikaanse vlag hees, zodat er geen twijfel kon bestaan over hun identiteit.
De Israëlische aanval werd uiteindelijk anderhalf uur na de aanval afgeblazen. Israël, betrapt op een schaamteloze poging om een Amerikaans schip tot zinken te brengen, bood een “verontschuldiging” aan voor het “zich vergissen” van de identiteit van het schip. Maar het was geen vergissing. In 2007 heeft de NSA onderscheppingen vrijgegeven die bevestigden dat de Israëli’s wisten dat zij een Amerikaans schip aanvielen, en niet een Egyptisch schip, zoals hun dekmantel heeft volgehouden.
Zelfs mainstream historici karakteriseren de aanval van Israël op de Liberty nu als “een gewaagde list van Israël om een Egyptische aanval op het Amerikaanse spionnenschip te faken, en Amerika zo een reden te geven om officieel in de oorlog tegen Egypte te stappen.” Maar het incident werd al gauw in de vergetelheid gelaten, en tot op de dag van vandaag wordt de Zesdaagse Oorlog afgeschilderd als een daad van “preventieve zelfverdediging” door de dappere Israëli’s tegen de gemene Arabische agressors.
Golfoorlog I
In de jaren negentig werd het post-Vietnam publiek steeds wantrouwiger ten aanzien van oproepen tot oorlog in verre uithoeken van de wereld, in landen waar velen nog nooit van gehoord hadden. En zo kwam het dat in 1990, toen de politici en hun controleurs van de deep state eisten dat het Amerikaanse publiek gemotiveerd zou worden om oorlog te voeren tegen Irak wegens zijn invasie in Koeweit, zij een letterlijk PR-bedrijf inhuurden om een nog grovere reeks leugens te verkopen aan Joe Sixpack en Jane Soccermom.
De beroemdste van deze leugens draaide om Nayirah, een “jong Koeweits meisje” dat internationale voorpagina’s haalde door haar schokkende getuigenis voor de Congressional Human Rights Caucus in oktober 1990. In een betraande toespraak vertelde zij een schrijnend verhaal over de gruwelen die zij door Iraakse soldaten zag begaan in een Koeweitse kliniek waar zij vrijwilligerswerk deed.
NAYIRAH: Ik was vrijwilligster in het Aladein ziekenhuis met 12 andere vrouwen die ook wilden helpen. Ik was de jongste vrijwilligster. De andere vrouwen waren tussen de 20 en 30 jaar oud. Terwijl ik daar was, zag ik de Iraakse soldaten met geweren het ziekenhuis binnenkomen. Zij namen de baby’s uit de couveuses … namen de couveuses en lieten de kinderen achter om op de koude vloer te sterven!
BRON: Human Rights Violations in Kuwait
Het is vandaag moeilijk te begrijpen hoe belangrijk deze getuigenis was bij het bepalen van de toon van het debat over de vraag of Amerika militaire troepen moest inzetten om Koeweit te verdedigen. Er werd ademloos verslag van gedaan op het avondnieuws, en het werd door president Bush niet één of twee keer, maar zes keer herhaald in de aanloop naar de oorlog.
GEORGE H. W. BUSH: … baby’s uit couveuses getrokken en als brandhout over de vloer verspreid…
BRON: Nayirah Episode of 60 Minutes
GEORGE H. W. BUSH: . . en ze hadden kinderen in couveuses, en die werden uit de couveuses gegooid, zodat Koeweit systematisch ontmanteld kon worden.
BRON: TTo Sell A War – Gulf War Propaganda (1992)
Toen de resolutie over de Golfoorlog zich een weg baande door het Huis, werd het couveuseverhaal in het Congres ter sprake gebracht:
REP. HENRY HYDE: Nu is het tijd om de agressie te beteugelen van deze meedogenloze dictator wiens troepen zwangere vrouwen hebben gebajoneerd en baby’s uit hun couveuses hebben gerukt in Koeweit.
BRON: To Sell A War – Gulf War Propaganda (1992)
En toen weer in de Senaat. De stemming werd aangenomen en de gevechtshandelingen begonnen formeel in januari 1991.
Het enige probleem? “Nayirah” was niet een of ander anoniem Koeweits meisje, maar, zoals een later CBC onderzoek ontdekte, zij was Nayirah Al-Sabah, dochter van Saud Al-Sabah, de Koeweitse Ambassadeur in de Verenigde Staten. Haar getuigenis was voor haar geschreven door Hill & Knowlton, een PR-bureau dat ingehuurd was door de door de Koeweitse regering gesteunde astroturf-organisatie, de “Citizens For A Free Kuwait,” om de Golfoorlog te helpen verkopen. En de “Congressional Human Rights Caucus” die de hoorzitting hield waar Nayirah haar getuigenis aflegde? Dat bleek later zelf een dekmantel van Hill & Knowlton te zijn.
Golfoorlog II
Zoals iedereen inmiddels weet, was de tweede Golfoorlog, in 2003, ook op leugens gebouwd. Wij herinneren ons allemaal de leugens over Saddams WMD’s en de manier waarop dat verhaal door Colin Powell bij de VN aan het publiek verkocht werd. Maar deze keer namen de media het voortouw in de campagne om de oorlog aan het publiek te verkopen.
De New York Times ging voorop met de nu beruchte berichtgeving van Judith Miller over het Iraakse massavernietigingswapenverhaal, waarvan nu bekend is dat het gebaseerd was op valse informatie van onbetrouwbare bronnen, maar de rest van de media volgden al snel, met het NBC Nightly News dat vroeg “welke precieze bedreiging Irak en zijn massavernietigingswapens voor Amerika vormen” en Time dat debatteerde over de vraag of Hoessein “te goeder trouw een poging deed om Irak’s massavernietigingswapens te ontwapenen”. Berichten over opslagplaatsen van chemische wapens werden gemeld voordat zij bevestigd waren, hoewel de krantenkoppen het bestaan ervan stoutmoedig als onbetwistbaar feit beweerden. En elke mediapersoonlijkheid die zich sceptisch toonde over de beweringen die werden gedaan – zelfs razend populaire zoals Phil Donahue, gastheer van het toen meest bekeken programma van MSNBC – werd onmiddellijk uit de ether gehaald.
PHIL DONOHUE: Scott Ritter was daar aanwezig en de ambassadeur ook…
BILL MOYERS: We hadden Scott Ritter, voormalig wapeninspecteur, die zei dat als wij binnenvallen, dat een historische blunder zal zijn.
DONOHUE: Ja. U had hem niet alleen. Hij moest daar zijn met iemand anders die de oorlog steunde. Met andere woorden, Scott Ritter kon u niet alleen hebben. U kon Richard Perle alleen hebben.
MOYERS: We konden de conservatief hebben.
DONOHUE: U zou de aanhangers van de President alleen kunnen hebben. En zij zouden zeggen waarom deze oorlog belangrijk is. Een dissident kon je niet alleen hebben. Onze producers kregen de opdracht om voor elke liberaal twee conservatieven te hebben.
MOYERS: Dat meent u niet.
DONOHUE: Jawel, dat is absoluut waar.
MOYERS: Van hogerhand geïnstrueerd?
DONOHUE: Ja.
BRON: Bill Moyers Journal APRIL 25, 2007: “Buying the War”
Wij weten nu dat de voorraden in feite niet bestonden en dat de regering het land met voorbedachten rade de zoveelste oorlog in had gelogen, maar de meest heftige oppositie die de regering Bush ooit heeft gekregen over deze gedocumenteerde oorlogsmisdaad was wat beleefde correctie in het zondagse politieke talkshow-circuit.
DONALD RUMSFELD: U en een paar andere critici zijn de enigen die ik de uitdrukking “onmiddellijke dreiging” heb horen gebruiken. Dat heb ik niet gedaan. De president heeft dat niet gedaan. En het is een soort folklore geworden dat dat is wat er gebeurd is. De president ging…
BOB SCHIEFFER: U zegt dat niemand in de regering gezegd heeft dat-
RUMSFELD: Ik kan niet voor niemand spreken- . … en iedereen in de administratie en zeggen dat niemand dat gezegd heeft.
SCHIEFFER: De vice-president heeft dat niet gezegd?
RUMSFELD: Als u citaten hebt, zou ik die graag zien.
THOMAS FRIEDMAN: “Sommigen hebben betoogd dat de-” hier spreekt u “sommigen hebben betoogd dat de nucleaire dreiging van Irak niet onmiddellijk is, dat Saddam nog minstens vijf tot zeven jaar verwijderd is van het bezit van kernwapens. Ik zou daar niet zo zeker van zijn.”
RUMSFELD: Mm-hmm.
FRIEDMAN: Dat komt in de buurt van “dreigend”.
RUMSFELD: Wel, ik heb geprobeerd precies te zijn en ik heb geprobeerd accuraat te zijn. Soms-
FRIEDMAN: “Geen enkele terreurstaat vormt een grotere of meer onmiddellijke bedreiging voor de veiligheid van ons volk en de stabiliteit van de wereld dan het regime van Saddam Hoessein in Iran.”
RUMSFELD: Mm-hmm.
BRON: Rumsfeld Busted on Iraq Immediate Threat
De Libië Interventie
Kort na de oorlog ontplofte het WMD verhaal in het gezicht van de neocons, maar tegen die tijd waren zij al geslaagd in hun plan om het Midden-Oosten opnieuw vorm te geven. Maar voor de would-be controleurs van de publieke opinie was er een waardevolle les geleerd: “Mensenrechten” en “bescherming van de onschuldigen” is een effectievere leugen om aan het publiek te verkopen om hen tot oorlog te motiveren. Toen het dus tijd werd om de oorlog tegen Libië aan het publiek te verkopen, trokken de door de VN gesteunde, door de NAVO geleide agressors opnieuw de mantel van de “mensenrechten” aan, door zich tot niemand minder dan de Mensenrechtenraad van de VN te wenden.
Het proces dat de interventie op gang bracht, was begonnen door een coalitie van 70 niet-gouvernementele organisaties, die een gezamenlijke brief hebben uitgegeven waarin er bij de VN op werd aangedrongen Libië uit de Mensenrechtenraad te schorsen en er bij de Veiligheidsraad op aan te dringen het beginsel van de zogenaamde “verantwoordelijkheid om te beschermen” in te roepen om het Libische volk te beschermen tegen vermeende wreedheden die door de Libische regering zouden worden begaan.
Tijdens een speciale zitting over deze kwestie op 25 februari 2011 heeft de VN-Mensenrechtenraad een resolutie aangenomen waarin de aanbevelingen van de NGO’s worden bevestigd. De resolutie werd zonder stemming aangenomen.
De Veiligheidsraad nam onmiddellijk resoluties 1970 en 1973 aan, waarin toestemming werd gegeven voor de instelling van een “vliegverbod voor de Libische militaire luchtvaart” ter “bescherming van de burgerbevolking” en voor de “levering van humanitaire hulp”. Drie dagen later begonnen de VS, het VK en Frankrijk, met de resolutie als rechtvaardiging, de bevolking van Libië te bombarderen.
Intussen begon de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof, Luis Moreno-Ocampo, te werken aan de rechtsgrondslag voor de invasie. Hij stelde het verzoek op voor de rechters van het Hof om een arrestatiebevel uit te vaardigen tegen Kadhafi wegens misdaden tegen de mensheid. Hoewel de NAVO-troepen al bezig waren met een invasie van het land op grond van ongedocumenteerde beschuldigingen van een groep NGO’s, werd het verzoek van Moreno-Ocampo pas op 16 mei ingediend.
Op 28 juni, de dag nadat de rechters hadden ingestemd met de uitvaardiging van het arrestatiebevel, nam Moreno-Ocampo deel aan een persconferentie waarin een verslaggever vroeg naar het bewijs dat Kadhafi zich ooit had schuldig gemaakt aan de wreedheden waarvan hij beschuldigd werd.
LUIS MORENO-OCAMPO: Ik raad u aan de aanvraag van het openbaar ministerie te lezen. Vele bladzijden. Ik geloof dat het 77 bladzijden waren. Wij beschrijven in detail de feiten. Het meeste is openbaar en de rechters hebben ook over de bewijzen beslist. Wij zijn dus natuurlijk aanklagers en rechters, dus wij baseren ons op feiten, dus wij bewijzen de misdaden. Dat is wat wij gedaan hebben.
BRON: Lies behind the “Humanitarian War” in Libya: There is no evidence! (Part 2), NATO Crimes In Libya
Hoewel het document dat Moreno-Ocampo het publiek dringend verzoekt te lezen om de bewijzen van de misdaden van Kadhafi te begrijpen, wel degelijk openbaar is, en 77 bladzijden lang is, is de versie die ter beschikking van het publiek is gesteld, zwaar geredigeerd. Van de 77 bladzijden zijn er zelfs 54 geredigeerd, waaronder het hele gedeelte van het document dat over de bewijzen voor de aanklachten zelf gaat.
Het misselijkmakendste van deze oorlogsleugen is hoe overduidelijk ze was. Niemand die bij deze schertsvertoning betrokken was, gaf om het welzijn van het Libische volk. Niet de pers, niet de politici, niet de aanklagers van het ICC. En als gevolg daarvan zijn er vandaag, zeven jaar na de vernietiging van Libië door de “redders” van de NAVO, gesanctioneerd door de Verenigde Naties, slavenmarkten in de open lucht in het land waar de kruisvaarders voor de mensenrechten eens deden alsof zij er om gaven.
Conclusie
Valse vlaggen. Geprovoceerde conflicten. Vals nieuws en valse mensenrechtenkruistochten. In de loop van de vorige eeuw zijn er allerlei methoden gebruikt om het publiek het spel van het militair-industrieel complex te laten meespelen. En in die eeuw heeft het bloed van onnoemelijk veel miljoenen gevloeid als een direct gevolg van deze oorlogsleugens.
De waarheid is het eerste oorlogsslachtoffer, zoals men zegt. Maar als wij vrede willen, dan moeten wij de leugenaars confronteren met onze kennis van deze oorlogsleugens. En gewapend met deze waarheid heeft het publiek eindelijk een kans om de volgende oorlog te stoppen voordat de oorlogszuchtigen hem te voorschijn kunnen toveren.
Valse berichtgeving, het verzwijgen van zaken en selectieve geschiedschrijving zijn de moordenaars van vrijheid en menselijkheid. Als je oorlgo wil voeren zijn dat je eerste en mogelijk enige noodzakelijke doelen.
Ik lees veel Russisch nieuws: Tass, Izevestia, Zvezda, Rambler en Lenta.
Dit kan ieder lezen die ook de russische taal niet machtig is.
Werkwijze (althans bij mij op Android-telefoon): zoek met Google op je TELEFOON deze Internetpagina’s op.
Stel je TELEFOON in op automatisch vertalen of, indien nodig: (alles) vertalen van Russisch naar Nederlands.
Als je die krant hebt opgevraagd, maak dan meteen een snelkoppeling een snelkoppeling (als van een app) op je scherm, zodat je een volgende keer meteen zonder omhaal de krant kunt opvragen.
Geef je telefoon een paar seconden de tijd om te vertalen en een lees russisch nieuws, LIJNRECHT in tegenstelling tot NOS, Telegraaf en ander westers nieuws.
O ja…
de russische krant RT is geblokkeerd, want bedenk: wij in Nederland mogen dat alles in feite niet weten.
We leven immers in een ‘open’ samenleving, een ‘democratische rechtsstaat’, waarin ieder ‘vrij’ is om zijn mening te geven en kennis te nemen van andersluidende feiten, berichten en meningen.
(REDACTIE: misschien is het voor u een overweging om hieraan bij herhaling kennis te geven, eventueel aangevuld met uw eigen betere kennis\ervaring.)
“de russische krant RT is geblokkeerd, want bedenk: wij in Nederland mogen dat alles in feite niet weten.
We leven immers in een ‘open’ samenleving, een ‘democratische rechtsstaat’, waarin ieder ‘vrij’ is om zijn mening te geven en kennis te nemen van andersluidende feiten, berichten en meningen.”
ja, mijn grondwettelijk beschermde “vrijheid” is niet echt vrijheid, maar meer een morele castratie.
Wij leven in een dictatuur, waarbij sociopaten zoals Rutte en Kaag bepalen….waar is de zogenaamde gerechtigheid….vn mij mogen ze kapot gaan.
OUD NIEUWS. Staat allemaal al uitgebreid beschreven in het boek TETRALOGIE – De 13 Satanische bloedlijnen van Robin de Ruiter. Zijn boeken worden meestal afgedaan als complottheorieën. Sinds 2020 heeft de tijd zijn boeken echter ingehaald.
Lees ook zijn boek “Hoge politici in de greep van ultrageheime Ur-Loges. Daarin wordt onder andere aangegeven dat niet alleen de westerse politieke leiders, maar ook Poetin lid zijn van deze superloges.
Alle wereldbeslissingen die te maken hebben met macht, politiek, financiën en industrie worden eerst besproken en vastgesteld binnen geheime samenkomsten van de Ur-Loges. Het congres, de wandelgangen en de kabinetten van de verschillende landen zijn het podium waar de plannen die in de Ur-Loges zijn ontworpen, bekend worden gemaakt. Of het nu gaat om militaire missie´s, oorlogen, economische of sociale programma’s of wat voor crisis of nieuwe wetten dan ook.
Onder de prominente leden van de Ur-Loges bevinden zich niet alleen mannen en vrouwen op de hoogste niveaus van de wereldpolitiek, maar ook media mogols, financiers, en industriëlen.
Vergeet Klaus Schawab en de WEF. Vergeet de Trilaterale Commissie, net als de bekende Bilderberg-groep, de Bohemian Club, de Fabian Society, de Pelgrim’s Society, de Round Table, de Royal Institute for International Affairs en de Council of Foreign Relations. Zij staan allemaal onder de ijzeren controle van de Ur-Loges.
De Superloges zijn verdeeld in twee groepen die elkaars rivalen zijn. Er is een democratisch progressieve groep en een anti-democratische conservatieve groep (Oligarchisch, Neo-aristocratisch).
De onderlinge rivaliteit heeft niet alleen geleid tot de moord op Salvador Allende, Martin Luther King en de aanslagen op Ronald Reagan en paus Johannes Paulus II, maar ook de Jom-Kippur-oorlog, de staatsgreep in Iran, operatie Condor in Zuid-Amerika, de dictatuur van de Griekse kolonels en drie pogingen tot een staatsgreep in Italië vinden hun oorsprong in meningsverschillen tussen de Ur-Loges. Ook de oorlog in Oekraïne is waarschijnlijk de oorzaak van een strijd tussen verschillende Ur-Loges.
De ’democratisch progressieve’ Ur-Loges proberen de Nieuwe Wereldorde te verwezenlijken met onze instemming, zonder geweld te gebruiken. Door het creëren van angst voor oorlogen, religieuze discriminatie, economische problemen en destabilisatie van landen, willen deze Ur-Loges de gezamenlijke mensheid dusdanig beïnvloeden, zodat zij een ’Nieuwe Wereldorde’ accepteert die belooft het lijden van de mensen voor altijd te beëindigen.
De ’antidemocratische conservatieve’ Ur-Loges zijn het daar niet mee eens. Volgens hen duurt het veel te lang voordat het project van de democratisch progressieve Ur-Loges resultaat oplevert.
Daarom heeft de antidemocratische conservatieve Ur-Loge HATHOR PENTALPHA, opgericht in 1996 door George H. Walker Bush, samen met de Ur-Loges GEBURAH, COMPASS STAR-ROSE en AMUN plannen ontwikkeld, om ons met een wereldoorlog in de werelddictatuur te ‘dwingen’.
Het is belangrijk om te weten dat de strijd tussen de Ur-Loges niet van ideologische aard is. Het is een doodeenvoudige strijd tussen twee rivaliserende takken binnen de Ur-Loges. Zowel de progressieve als de conservatieve Ur-Loges worden dialectisch onder controle gehouden, zodat ze alleen maar vechten over de weg, niet over het doel. Ze vechten onder elkaar, maar hebben elkaar tegelijkertijd nodig, ze zijn allen verbonden met het einddoel: een ’Nieuwe Wereldorde´.
Alle machten van onze moderne, hedendaagse wereld maken deel uit van de Ur-Loges. Er is geen premier, minister, kanselier of president die niet lid is van tenminste één Ur-Loge.
Barack Obama, Joe Biden, Vladimir Poetin, Angela Merkel, Tony Blair, Emmanuel Macron, Bill en Hillary Clinton, alle leden van de familie Bush, Mikhail Gorbachev, Benjamin Netanyahu en Nicolas Sarkozy zijn allen lid van de Ur-loges.
In Nederland zijn Mark Rutte, Jan Peter Balkenende, Henk Kamp en Jeroen Dijsselbloem lid van één of meerdere Ur-Loges. Mark Rutte is lid van de THREE EYES en de PAN-EUROPA; Jeroen Dijsselbloem van de COMPASS STAR-ROSE en Henk Kamp van de PAN-EUROPA en de PARSIFAL. Jan Peter Balkenende is lid van de Ur-Loge van Bush senior, de HATHOR PENTALPHA.
Bij de HATHOR PENTALPHA, zijn ook veel prominente leiders uit het Midden-Oosten aangesloten. De Sultan van Oman, de Emir van Bahrein, de Emir van Qatar, zes prinsen van Saoedi-Arabië, zes vooraanstaande Iraniërs, vier toonaangevende Israëliërs en Osama bin Laden hebben zich in het jaar 2000 bij de HATHOR PENTALPHA aangesloten.
Vladimir Poetin en Angela Merkel zijn beiden lid van de GOLDEN EURASIA.
De oorlog in Oekraïne is waarschijnlijk de oorzaak van een strijd tussen verschillende Ur-Loges.
Echter bestaat er ook de mogelijkheid dat we voor de gek worden gehouden. Dat ze in het geheim samenwerken om de Nieuwe Wereldorde met hun geplande wereldoorlog tot stand te brengen.