Elin werd in Gävle, Zweden, aangevallen en op wrede wijze verkracht door twee mannen met een donkere huid. De ‘Efterlyst’ (‘Opsporing verzocht’) van vanavond op TV3 toont foto’s van de ongewone tatoeage van één van de mannen – in de hoop dat hij kan worden geïdentificeerd.
Foto: ‘Elin’: “Daarna gebruikten ze ook aluminium blikjes op me en stopten ze in me” © screenshot TV3
Elin – die eigenlijk anders heet – besloot op zaterdagavond 29 februari haar appartement in Brynäs in Gävle te verlaten om te gaan winkelen in Tempo, schrijft FRIA TIDER.
Onderweg daarheen, toen het ongeveer 21.30 uur was, werd ze aangevallen door twee mannen die haar van achteren inhaalden.
“Ze duwden me naar de overkant van de weg en een keldertrap af. Daar schopt een man tegen me knie die uit het gewricht springt zodat ik op de grond val”, vertelt Elin in Efterlyst.
Een man hield Elin vast terwijl de andere haar verkrachtte en mishandelde. Tijdens de verkrachting spraken ze met elkaar in een taal die Elin niet verstond – en bespotten haar.
“Daarna gebruikten ze ook aluminium blikjes op me en stopten ze in me”, zegt ze.
Elin beschrijft de man die haar vasthield als klein en donkerhuidig. Hij droeg een zwarte spijkerbroek met gaten op zijn knieën, een lichtgrijze capuchon, witte schoenen met neongroene veters en een zwart- goudkleurige pet. De andere dader had ook een donkere huid, maar was groot en zwaar gebouwd en droeg een marineblauw donsjack.
De laatste verkrachter had ook een tatoeage aan de binnenkant van zijn rechter onderarm. De tatoeage stelde een groene slang voor met een mes of zwaard eronder.
Elin maakte zelf een tekening van de tatoeage, die te zien is in Efterlyst. De hoop is dat de signaalelementen en de tatoeage ertoe leiden dat de daders worden gearresteerd.
“Deze tatoeage is heel bijzonder, dus als men haar heeft gezien, zou men het moeten herinneren. Het is heel belangrijk dat je van jezelf laat horen, zodat niemand anders dit gebeurt en we degenen pakken die dit gedaan hebben”, zegt politie-inspecteur Ingrid Kristoffersson.
