Dietrich Bonhoeffer, een jonge predikant, wist dat domheid gevaarlijk is. In het donkerste hoofdstuk van de Duitse geschiedenis, begon hij publiekelijk te spreken tegen de wreedheden. Bonhoeffer werd hiervoor gevangen gezet. In de gevangenis dacht hij na over hoe zijn land van dichters en denkers was veranderd in een collectief van lafaards, oplichters en misdadigers, schrijft Rhoda wilson.
In zijn beroemde brieven vanuit de gevangenis betoogde Bonhoeffer dat domheid een gevaarlijker vijand van het goede is dan kwaadaardigheid, want terwijl “men kan protesteren tegen het kwaad; het kan ontmaskerd en voorkomen worden door het gebruik van geweld, tegen domheid zijn we weerloos. Noch het protest, noch het gebruik van geweld bereiken hier iets. Redeneringen zijn aan dovemansoren gericht.”
Genomen uit een rondschrijven, waarin vele onderwerpen aan de orde kwamen, geschreven aan drie vrienden en medewerkers in de samenzwering tegen Hitler, op de tiende verjaardag van Hitlers toetreding tot het kanselierschap van Duitsland, volgt hieronder het gehele citaat van Bonhoeffer over domheid:
“Domheid is een gevaarlijker vijand van het goede dan kwaadaardigheid. Men kan protesteren tegen het kwaad; men kan het aan de kaak stellen en, indien nodig, met geweld verhinderen. Het kwaad draagt altijd de kiem van zijn eigen ondermijning in zich, doordat het bij de mens op zijn minst een gevoel van onbehagen achterlaat.
Tegen domheid zijn we weerloos. Noch protest, noch het gebruik van geweld bereiken hier iets; redeneringen zijn aan dovemansoren gericht; feiten die in tegenspraak zijn met het eigen vooroordeel hoeven gewoon niet geloofd te worden – op zulke momenten wordt de domme mens zelfs kritisch – en wanneer feiten onweerlegbaar zijn, worden ze gewoon terzijde geschoven als onbelangrijk, als incidenteel.
Bij dit alles is de domme mens, in tegenstelling tot de kwaadwillende, volkomen zelfvoldaan en wordt hij, omdat hij snel geïrriteerd is, gevaarlijk door in de aanval te gaan. Daarom is grotere voorzichtigheid geboden dan bij een kwaadwillende. Nooit meer zullen wij trachten de domme met redenen te overreden, want dat is zinloos en gevaarlijk.
Als we willen weten hoe we domheid kunnen overwinnen, moeten we proberen de aard ervan te begrijpen. Zoveel is zeker, dat het in wezen geen intellectueel gebrek is, maar een menselijk gebrek. Er zijn mensen die een opmerkelijk scherp verstand hebben en toch dom zijn, en anderen die intellectueel heel saai zijn en toch allesbehalve dom.
Wij ontdekken dit tot onze verbazing in bepaalde situaties. De indruk die men krijgt is niet zozeer dat domheid een aangeboren afwijking is, maar dat mensen onder bepaalde omstandigheden dom worden gemaakt of dat zij dit laten gebeuren. Wij stellen verder vast dat mensen die zich van anderen hebben afgezonderd of die in eenzaamheid leven, dit gebrek minder vaak vertonen dan individuen of groepen van mensen die geneigd of gedoemd zijn tot sociabiliteit. Het lijkt er dus op dat domheid misschien minder een psychologisch dan een sociologisch probleem is.
Het is een bijzondere vorm van de invloed van historische omstandigheden op de mens, een psychologische bijkomstigheid van bepaalde externe omstandigheden. Bij nadere beschouwing blijkt dat elke sterke opleving van de macht in de publieke sfeer, of die nu van politieke of religieuze aard is, een groot deel van de mensheid met domheid infecteert. Het lijkt er zelfs op dat dit bijna een sociologisch-psychologische wet is. De macht van de één heeft de domheid van de ander nodig.
Het proces dat hier aan het werk is, is niet dat bepaalde menselijke capaciteiten, bijvoorbeeld het intellect, plotseling atrofiëren of falen. Het lijkt er veeleer op dat de mens onder de overweldigende invloed van de toenemende macht zijn innerlijke onafhankelijkheid verliest en, min of meer bewust, afziet van het innemen van een autonome positie ten opzichte van de opkomende omstandigheden.
Het feit dat de domme mens vaak koppig is, mag ons niet blind maken voor het feit dat hij niet onafhankelijk is. In gesprek met hem heeft men bijna het gevoel dat men helemaal niet met een persoon te maken heeft, maar met slogans, slagwoorden en dergelijke die bezit van hem hebben genomen. Hij is in de ban, verblind, misbruikt en mishandeld in zijn wezen. De domme mens, die aldus een geesteloos werktuig is geworden, zal ook tot elk kwaad in staat zijn en tegelijkertijd niet in staat zijn te zien dat het kwaad is. Hier schuilt het gevaar van duivels misbruik, want dit kan de mens voor eens en voor altijd vernietigen.
Maar juist op dit punt wordt het duidelijk dat alleen een daad van bevrijding, niet onderricht, de domheid kan overwinnen. Hier moeten we ons neerleggen bij het feit dat in de meeste gevallen een werkelijke innerlijke bevrijding pas mogelijk wordt als er een uiterlijke bevrijding aan vooraf is gegaan. Tot die tijd moeten we alle pogingen opgeven om de domme persoon te overtuigen.
Deze stand van zaken verklaart waarom in dergelijke omstandigheden onze pogingen om te weten te komen wat “het volk” werkelijk denkt, tevergeefs zijn en waarom deze vraag onder deze omstandigheden zo irrelevant is voor de mens die op verantwoorde wijze denkt en handelt. Het woord van de Bijbel dat de vreze Gods het begin der wijsheid is, verklaart dat de innerlijke bevrijding van de mens om het verantwoordelijke leven voor God te leiden, de enige echte weg is om de domheid te overwinnen.
Maar deze gedachten over domheid bieden ook troost in die zin, dat zij ons volstrekt verbieden de meerderheid van de mensen in alle omstandigheden als dom te beschouwen. Het zal er werkelijk van afhangen of de machthebbers meer verwachten van de domheid van de mensen dan van hun innerlijke onafhankelijkheid en wijsheid.” – After Ten Years’ in Letters and Papers from Prison (Dietrich Bonhoeffer Works/English, vol. 8) Minneapolis, MN: Fortress Press, 2010
Op 9 april 1945 werd Bonhoeffer opgehangen in Flossenburg, slechts enkele dagen voor de Amerikaanse bevrijding van het krijgsgevangenkamp. De laatste woorden van de briljante en moedige 39-jarige tegenstander van het nazisme waren: “Dit is het einde – voor mij het begin van het leven”.
Copyright © 2021 door Frontnieuws. Toestemming tot gehele of gedeeltelijke herdruk wordt graag verleend, mits volledige creditering en een directe link worden gegeven.
COVID-19 VACCIN DOSSIER
Het decoderen van de verwrongen Nieuwe Wereld Orde gedachtegang
Nazi’s, stasi, wef. Historisce cyclus binnen een mensenleven.
Een voorbeeld functie van een martelaar!
Soms gaan de dingen in je leven gewoon niet lekker, ligt altijd aan anderen, kutwereld!
https://www.youtube.com/watch?v=SCRl_KPuOEk&t=17s
Black Rutgers professor Brittany Cooper says blacks have to k*ll Whites, to “take these mother f*ckers out” and at 1:49 she goes on to say that White extinction is inevitable and good.
https://www.goldismoney2.com/attachments/1635534625503-png.230141/
“Het woord van de Bijbel dat de vreze Gods het begin der wijsheid is, verklaart dat de innerlijke bevrijding van de mens om het verantwoordelijke leven voor God te leiden, de enige echte weg is om de domheid te overwinnen.”
Is bovenstaande nu niet juist hetgene waar Bonhoeffer voor waarshuwt? Blind achter iets of iemand aanlopen en dat blindelings voor de waarheid aannemen?? Als deze zin een opinie van de schrijver van dit stuk, dan heeft hij zelf niet door dat hij hiermee volgens de definitie van Bonhoeffer ook “dom” is. Sorry, maar eerlijker kan ik het niet opschrijven.
Maar de schrijver zal dit waarschijnlijk niet inzien, want Bonhoeffer stelt dat discussiëren met deze mensen geen enkele zin heeft, ze geloven heilig in hun gelijk en zullen altijd met slogans en onwaarheden komen zonder verifieerbare onderbouwingen. (vrij vertaald)
“Bij nadere beschouwing blijkt dat elke sterke opleving van de macht in de publieke sfeer, of die nu van politieke of religieuze aard is, een groot deel van de mensheid met domheid infecteert.”en “De macht van de één (politiek, kerk) heeft de domheid van de ander nodig”.
“Wij stellen verder vast dat mensen die zich van anderen hebben afgezonderd of die in eenzaamheid leven, dit gebrek minder vaak vertonen dan individuen of groepen van mensen die geneigd of gedoemd zijn tot sociabiliteit.” Dit stelt dat individuen zonder groepsdruk of een bepaalde opvoeding vrijer zijn in hun denken dan personen die bijvoorbeeld zijn opgevoed met een geloofsovertuiging of later door bijvoorbeeld problemen in contact zijn gekomen met een geloof(sgroep) en hier steun bij zoeken.
Het hele artikel kun je zien als een verklaring voor het gedrag van de vele “schapen” die het coronabeleid blindelings volgen, maar net zo goed voor de gelovigen op deze wereld. Corona is net als het bestaan van een god namelijk ook een geloof, zonder bewijs van het bestaan ervan. Geloof hoort achter de voordeur, niet op straat, niet in de politiek, niet in de medische wereld en niet in de WETENschap. Geloven in wat dan ook is uiteraard helemaal prima, maar een ander mag hier geen last van ondervinden. En dat is waar het met welk en wat voor geloof dan ook in de wereld ALTIJD fout gaat.
martelaar ,je getuigd van je geloof in Jezus Christus en toen was je dood !