Prijswinnende journalist stelt vast: de mainstream media zijn corrupt

De met de Pulitzer Prize bekroonde journalist Glenn Greenwald heeft scherpe kritiek op de mainstream media, die volgens hem de kant van de censuur hebben gekozen in plaats van op te komen voor de vrijheid van meningsuiting, opinie en persvrijheid.

In een reeks tweets nadat de New York Post door Twitter werd gecensureerd om de kansen van Joe Biden om de presidentsverkiezingen te winnen niet in gevaar te brengen, beschrijft Greenwald wat “de oligarchen van de Silicon Valley” doen als “de grootste bedreiging voor een vrij en open internet sinds de massasurveillance”.

The role that mainstream **journalists** have played, of all people, in taking the lead to demand that Silicon Valley oligarchs more aggressively control and censor the internet — the greatest threat to a free and open internet after mass surveillance — cannot be overstated.

— Glenn Greenwald (@ggreenwald) November 9, 2020

“De grootste bedreiging voor een vrij en open internet”

Het was Greenvald die, met informatie van de klokkenluider Edward Snowden, de uitgebreide massabewaking door de Amerikaanse NSA onthulde. Daarvoor kreeg hij in 2014 de prestigieuze Pulitzer Prize. Maar een even grote of grotere bedreiging voor de burgerlijke vrijheden, zegt hij, komt nu van de mainstream media.

Greewald verwijst naar berichten over de interne strubbelingen in de New York Times nadat de Post zijn artikel over de duistere transacties van de familie Joe Biden in Oekraïne door Twitter gecensureerd werd.

Interne ruzie in de New York Times na het censureren door Twitter

Een artikel van Intelligencer citeert een redactioneel geschil in de New York Times. Waarin werd betoogd dat de krant zou moeten accepteren om gecensureerd te worden door Twitter en dit niet meer te bekritiseren zoals voorheen als houdingsloos toen de censuur door Twitter’s Jack Dorsey en Facebook’s Mark Zuckerberg werd ingevoerd.

De rol die mainstream **journalisten** hebben gespeeld, van alle mensen, in het nemen van het voortouw om te eisen dat Silicon Valley oligarchen meer agressief het internet controleren en censureren — de grootste bedreiging voor een vrij en open internet na massatoezicht — kan niet worden overschat.

Van vrijheid van meningsuiting-kampioenen in censuuractivisten

Volgens Greenwald is de redenering van de redactieraad van de New York Times een voorbeeld van een trend binnen het media establishment waar ze van positie zijn veranderd van vrijheid van meningsuiting-kampioenen in felle censuuractivisten die de nieuwe en vrije media stemmen onderdrukken die de oude media afkeuren.

Greenwald wijst erop dat het tegenstrijdig is om als journalist en publicist de rol te accepteren waarin men eist dat actoren als Twitter en Facebook harde censuur tegen afwijkende meningen nastreven:

Denk na over de scheve mentaliteit van iemand die de journalistiek als carrière kiest en dan probeert het vermogen van anderen om gehoord te worden het zwijgen op te leggen door zichzelf om te zetten in kleingeestige tattletales die eisen dat Facebook, Twitter & Google afwijkende stemmen censureren.

Meer activisme dan journalistiek

Greenwald wijst op de “besmetting” van de groeiende politieke afstemming en het gebrek aan diversiteit die de ontwikkeling van het Amerikaanse medialandschap kenmerkt. Hij is van mening dat het uiterst belangrijk is om te begrijpen dat dit het geval is – dat de mainstream media tegenwoordig niet neutraal rapporteren maar over agendajournalistiek, en zichzelf en hun rol meer zien als activisten dan als journalisten:

Dit is een fundamenteel gegeven dat moet worden begrepen met betrekking tot de mediatrends van de afgelopen 4 jaar: de meeste commerciële en ‘onafhankelijke’ media-actoren hebben zich expliciet verbonden met een politieke groepering – uit eigen overtuiging maar ook uit winstbejag – en het heeft alles vervuild, voornamelijk het “nieuws”.

Greenwald’s mediakritische expositie is HIER te lezen:

Na onthulling over Biden-clan – Twitteraccount van New York Post gesloten