Zweden overstuur na onthulling vier meter groot gat in de cruiseferry Estonia – voorheen afgedaan als complottheorie

De Estonia was een Oostzeeveerboot, die op 28 september 1994 op weg van Tallinn naar Stockholm schipbreuk leed. De ondergang van de Estonia is vanwege de 852 slachtoffers de grootste scheepsramp in de Europese naoorlogse geschiedenis. Documentaire filmmakers uit Noorwegen hebben een groot gat ontdekt in de romp van de cruiseferry Estonia.

De Zweedse autoriteiten hebben de theorie over het gat voorheen altijd consequent ontkend. Na de schipbreuk verbood de Zweedse regering mensen om bij het wrak te duiken en wilde ze de veerboot bedekken met een betonnen sarcofaag. Theorieën hebben destijds onder meer een aanvaring met een NAVO-onderzeeër geclaimd.

Het gat dat nu ontdekt is, was eerder verborgen door de zeebodem. In de documentaire zegt Jörgen Almdahl, hoogleraar mariene technologie in Trondheim, dat niet uitgesloten kan worden dat de schade een impact heeft gehad op het gezonken schip. De ontdekking ondersteunt ook wat de autoriteiten ontkennen – dat de verklaring niet alleen was dat de boegklep eraf viel.

Bij het ongeluk kwamen 852 mensen om het leven en 137 mensen wisten te overleven.

Verwanten van de overledenen hebben in al die jaren geëist dat het wrak opnieuw wordt onderzocht om uit te leggen hoe het schip zo snel kon zinken, maar dit is tot nu toe geweigerd.

Zweedse regering wilde geen nieuw onderzoek zien

De nieuwe bevindingen geven aan dat er iets van opzij met de boot is gebotst. Lars Ångström, voormalig lid van de Riksdag in de Defensiecommissie, is al vele jaren betrokken bij de Estonia catastrofe en is een van degenen die de regering heeft gevraagd te onderzoeken wat er die avond daadwerkelijk is gebeurd:

Hier blijkt uit het filmmateriaal en de deskundigen die het hebben bekeken dat er aan de kant van Estonia iets is gebotst met een kracht van enkele duizenden tonnen, en dan heb je het over vaartuigen, zegt hij tegen SVT.

Het zinken is waarschijnlijk veroorzaakt door een aanvaring met een Zweedse onderzeeër, verklaart de voormalige officier van justitie van Estland en ook de Estse onderzoeker van de Estse regering 2005-2009 Margus Kurm in een interview met Postimees.

Maar in de loop der jaren zijn dergelijke theorieën door zowel het Zweedse politieke establishment als de mainstream media afgedaan als samenzweringstheorieën.

Geen van de ministers van de toenmalige regering die na de ramp met de Estonia beslissende onderzoeksbesluiten hebben genomen, wil vandaag vragen van de media beantwoorden. Onder degenen die zich ontoegankelijk hebben gemaakt zijn Carl Bildt (Moderaterna), Ingvar Carlsson (Sociaal-Democraten), Göran Persson (Sociaal-Democraten), Ines Uusman (Sociaal-Democraten) en Mona Sahiln (Sociaal-Democraten).

Er is veel gespeculeerd over wat er werkelijk gebeurde die septembernacht in 1994, toen 852 mensen verdronken. Verschillende experts hebben verworpen dat een schip als de Estonia zo snel zou kunnen zinken door alleen via een kapotte boegklep water op de autodekken op te nemen. Maar antwoord op de vraag die nieuwe relevantie heeft gekregen nadat een filmteam nu heeft onthuld dat de romp een gat van vier meter groot heeft, laat al veel te lang op zich wachten.

Volgens de website van de Zweedse regering is er overeenstemming tussen Zweden, Finland en Estland over de manier waarop de nieuwe gegevens over het grote gat in de scheepsromp van de Estonia zullen worden behandeld. Van Estse zijde worden echter harde beschuldigingen geuit aan het adres van Zweden, dat de verantwoordelijke politici al lang op de hoogte zijn van deze informatie, maar een doofpotoperatie hebben opgezet.

Het is de Estse rechercheur en voormalig officier van justitie Margus Kurm die – nadat een filmteam schade aan de Estonia had geconstateerd die er volgens het officiële onderzoek niet kan zijn – de voormalige en huidige Zweedse regeringen ervan beschuldigt dat zij anderen in het duister hebben gehouden en is van mening dat Zweedse politici niet te vertrouwen zijn.

Het wekte grote verbazing toen de toenmalige premier Ingvar Carlsson (Sociaal-Democraten) plotseling en zonder aanwijsbare reden van gedachten veranderde, van het wrak dat “tegen elke prijs” geborgen moest worden, naar het besluit dat het op de zeebodem zou blijven liggen en bovendien in beton zou worden gegoten om verder onderzoek onmogelijk te maken. Uiteindelijk werd geen beton gestort, maar een bedekking met stenen en grind.

Van Estse zijde wordt nu geëist dat er een nieuw onderzoek wordt ingesteld om de vele vraagtekens rond de ramp van 26 jaar geleden recht te zetten.

De aanpak van de Estonia catastrofe is misschien wel het grootste Zweedse schandaal in de moderne tijd! Dat is hoe ik het voel, zegt een van de nabestaanden van de slachtoffers, Lennart Berglund, tegen Aftonbladet.

Zweden: 40 procent meer verkrachting na zes jaar feministische regering