In de grootste kliniek in Israël – Sheba Medical Center – loopt sinds februari 2021 een opmerkelijke klinische observationele studie.
De effecten van BioNTech/Pfizer en Moderna’s Covid-19 mRNA-vaccins op de eierstokreserve van vrouwen worden geobserveerd. Ovariële reserve is het vermogen van de eierstok om bevruchtbare eicellen te produceren. Tot 200 vruchtbare vrouwen tussen 18 en 42 jaar kunnen aan het onderzoek deelnemen.
Bij vrouwen die aan het onderzoek deelnemen, wordt het gehalte aan anti-Mülleriaans hormoon (AMH) bepaald op het moment van de eerste vaccinatie en drie maanden daarna. Het Anti-Mülleriaans hormoon geeft informatie over het aantal eicellen dat een vrouw kan produceren. De resultaten van de studie zullen naar verwachting in februari 2022 beschikbaar zijn.
De kliniek zelf heeft de studie opgezet. Noch BioNTech/Pfizer noch Moderna zijn rechtstreeks bij de studie betrokken. Daarom mogen zij de in de studie gegenereerde gegevens vóór de publicatie ervan niet als zodanig bekijken of analyseren.
Bezorgdheid over de vruchtbaarheid is herhaaldelijk geuit over Covid-19 mRNA-vaccins. In de wetenschappelijke wereld is men vooral bezorgd over een vruchtbaarheidsreactie als gevolg van de activering van antilichamen tegen het spike-eiwit van SARS-CoV-2. Verwacht wordt dat de Covid-19 mRNA-vaccins de vorming van antilichamen tegen het spike-eiwit van SARS-CoV-2 zullen induceren. Tot de spike-eiwitten behoren echter syncytin-homologe eiwitten, die een van de essentiële vereisten zijn voor de vorming van de placenta bij zoogdieren zoals de mens. Als een Covid-19 mRNA-vaccin een immuunrespons tegen syncytin-1 induceert, is het denkbaar dat gevaccineerde vrouwen voor onbepaalde tijd onvruchtbaar worden.
Het studieconcept dat nu in het Sheba Medisch Centrum onder leiding van vruchtbaarheidsonderzoeker Dr. Aya Mohr-Sasso is gelanceerd, zou erop kunnen wijzen dat men daar vermoedt dat de vaccinatie de eierstokreserve van vrouwen sneller zou kunnen doen afnemen dan via het natuurlijke verouderingsproces. Het is verontrustend dat een dergelijk studieconcept nu pas wordt uitgevoerd en met een relatief lange tijdshorizon.
De klinische proeven op mensen die voorafgingen aan de voorwaardelijke goedkeuring voor het in de handel brengen van de mRNA-vaccins van BioNTech/Pfizer en Moderna, zijn meestal in de zomer van 2020 begonnen. Pas in november 2020 hebben zij een gegevensbasis gecreëerd die door de regelgevende instanties voorlopig toereikend werd geacht. Deze gegevensbank kon geen antwoord geven op de vraag of en hoe de eierstokreserve van gevaccineerde vrouwen kan worden beïnvloed. De bepaling van de AMH-hormoonspiegel was in deze studies bij de mens niet eens gepland.
De mogelijke effecten van deze twee vaccins op de mannelijke vruchtbaarheid werden in deze studies evenmin onderzocht.
