De Verklaring van Balfour was het resultaat van verschillende politieke en historische ontwikkelingen. In de context van de Eerste Wereldoorlog wilden de Britten de steun verwerven van de Joodse gemeenschap in de wereld, vooral in Rusland en de VS, om druk uit te oefenen op hun regeringen om deel te blijven nemen aan de oorlogsinspanningen tegen de Centrale Machten of zich erbij aan te sluiten. Bovendien waren de Britten ook geïnteresseerd in het verkrijgen van controle over Palestina vanwege de strategische ligging, schrijft The Expose.
De verklaring, gericht aan Lord Rothschild, een vooraanstaande Britse Jood, luidde als volgt:
“De regering van Zijne Majesteit ziet de vestiging van een nationaal tehuis voor het Joodse volk in Palestina met welgevallen tegemoet, en zal alles in het werk stellen om de verwezenlijking van dit doel te vergemakkelijken, met dien verstande dat niets zal worden gedaan dat afbreuk kan doen aan de burgerlijke en religieuze rechten van bestaande niet-joodse gemeenschappen in Palestina, of aan de rechten en de politieke status die Joden in enig ander land genieten.”
Deze formulering was opzettelijk dubbelzinnig. Hoewel het steun uitsprak voor een Joods nationaal thuis, definieerde het niet de parameters van dit thuis of de middelen waarmee het zou worden opgericht.
De nasleep en het Mandaat
Na het einde van WO I verleende de Volkenbond Groot-Brittannië een mandaat om Palestina te besturen. De Britten moesten nu de tegenstrijdige nationalistische aspiraties van zowel Arabieren als Joden in de regio in goede banen leiden. Ze gaven een reeks White Papers, of beleidsverklaringen, uit om hun standpunt over de kwestie te verduidelijken, maar de spanningen escaleerden alleen maar.
In de jaren 1930 en 1940 nam de Joodse immigratie naar Palestina aanzienlijk toe, aangewakkerd door het antisemitische beleid en de vervolging in Europa. Deze toegenomen Joodse aanwezigheid, gekoppeld aan landaankopen die soms Arabische huurders verdreven, leidde tot verhoogde spanningen en gewelddadige confrontaties.
Het “contract” en beschuldigingen van zionistische inbreuken
Veel Palestijnen zagen de formulering van de Balfour Verklaring als een belofte om hun rechten te beschermen. Zij vonden dan ook dat de massale immigratie van Joden en de vestiging van een Joods-grootse staat een verraad van deze belofte was. Vanuit dit perspectief stellen sommigen dat de Zionisten “het contract verbraken”.
Het is echter essentieel om de term “contract” voorzichtig te benaderen. De Balfour Declaration was geen juridisch bindend verdrag, maar eerder een intentieverklaring. Toch valt niet te ontkennen dat veel Palestijnen tijdens en na de Onafhankelijkheidsoorlog van Israël in 1948 werden verdreven.
Deze gebeurtenis, die door de Palestijnen de Nakba (of “catastrofe”) wordt genoemd, leidde tot de ontheemding van naar schatting 700.000 Palestijnen.
Zionisten als “terroristen”?
Het etiket “terrorist” is omstreden en politiek beladen. Het valt niet te ontkennen dat bepaalde Joodse paramilitaire groepen, zoals de Irgun en de Stern Gang, gewelddadige en soms willekeurige tactieken gebruikten tegen zowel Britse ambtenaren als Arabische burgers in de periode vóór de staat.
Dergelijke acties waren zelfs binnen de Zionistische beweging controversieel. Maar door de hele zionistische beweging of de latere staat Israël als “terroristisch” af te schilderen, wordt een complex historisch verhaal te eenvoudig voorgesteld.
Irgun (Etzel)
De Irgun, of Etzel, was een zionistische paramilitaire groep die van 1931 tot 1948 actief was in het Britse Mandaat van Palestina. De groep werd gevormd als een afsplitsing van de belangrijkste Joodse verdedigingsorganisatie, Haganah, vanwege ideologische meningsverschillen over hoe te reageren op Arabische aanvallen en Brits beleid.
- Bomaanslag op het King David Hotel (1946): Een van de meest beruchte acties van de Irgun was de bomaanslag op het King David Hotel in Jeruzalem, waar het Britse administratieve hoofdkwartier was gevestigd. De aanval resulteerde in de dood van 91 mensen, waaronder Joden, Arabieren en Brits personeel. De Irgun beweerden dat ze een waarschuwing hadden gegeven om het gebouw te evacueren, maar dit blijft een twistpunt.
- Deir Yassin bloedbad (1948): Een andere controversiële gebeurtenis was de aanval op het dorp Deir Yassin, gezamenlijk uitgevoerd door de Irgun en een andere extremistische groep, Lehi. De aanval resulteerde in de dood van meer dan 100 Arabische dorpelingen. De gebeurtenissen van Deir Yassin zijn zwaar bediscussieerd, maar het bloedbad had een diepgaande psychologische impact op de Palestijnse Arabische bevolking en droeg bij aan een massale uittocht uit hun huizen tijdens de oorlog.
Lehi (Stern Bende)
Lehi, vaak de Stern Bende genoemd naar de oprichter Avraham Stern, was een andere radicale zionistische paramilitaire groep. Zij geloofden in de gewelddadige vestiging van een Joodse staat aan beide zijden van de rivier de Jordaan en stonden bekend om hun compromisloze houding tegen de Britten en degenen die zij als vijanden van de Joodse staat beschouwden.
- De moord op Lord Moyne (1944): Een van de meest in het oog springende acties van Lehi was de moord op Lord Moyne, de Britse Minister Resident in het Midden-Oosten. De groep beschouwde hem als een vijand van de zionistische zaak.
- De moord op Graaf Bernadotte (1948): Lehi orkestreerde ook de moord op graaf Folke Bernadotte, een VN-bemiddelaar, omdat ze geloofden dat zijn voorstellen voor de toekomst van Palestina schadelijk waren voor de belangen van de Joodse staat.
Het is vermeldenswaard dat het reguliere Joodse leiderschap, waaronder David Ben-Gurion, de eerste premier van Israël, de acties van deze extremistische groepen vaak veroordeelde. De pas opgerichte Israëlische regering lanceerde in 1948 zelfs een militaire operatie tegen de Irgun, bekend als de “Altalena-affaire”, die de diepe verdeeldheid binnen de Joodse gemeenschap over het gebruik van geweld en de visie voor de nieuwe staat weerspiegelde.
Wanneer we nadenken over de acties van deze groepen, is het essentieel om de bredere geopolitieke context en de vele betrokken actoren in gedachten te houden. Hoewel de gewelddadige acties van groepen als de Irgun en Lehi onmiskenbaar waren, kan het bestempelen van een hele nationale beweging of latere staat op basis van de acties van een fractie reductionistisch zijn.
Het erkennen en begrijpen van deze gebeurtenissen is echter cruciaal voor een volledig begrip van de geschiedenis van de regio.
Conclusie
De Balfour Declaration is onmiskenbaar een cruciaal document in de geschiedenis van Israël en Palestina. De dubbelzinnige aard ervan legde de basis voor tientallen jaren van conflict en controverse.
Hoewel de pijn en grieven van het Palestijnse volk erkend en aangepakt moeten worden, is het ook van cruciaal belang om het onderwerp genuanceerd te benaderen, overgeneralisaties te vermijden en de veelzijdige aard van historische gebeurtenissen te begrijpen.
Een andere verklaring voor het afgeven van de Balfour declaratie is dat dit de beloning aan de zionisten was voor het terugtrekken van de financiele steun aan Duitsland en in plaats daarvan Engeland te steunen en de VS in de oorlog te betrekken .
Zie onder andere de toespraak van Benjamin Freedman in het Willard Hotel ,Washington 1961
https://www.youtube.com/watch?v=gJCzniP3BC0
En ook in de Chuchill biografie van David Irving staat een interessant hoofdstuk getiteld “we did it once and we can do it again” dacht ik.
Andere in eerste zin moet duidelijkere zijn.
Benjamin Disraeli was een Rothschild agent. Belangen behartiger voor Rothschild, er is nooit iets veranderd. Zelfs nu vandaag de dag is er een zelfde situatie, en men ziet het nog steeds niet.
Benjamin Disraeli (1804- 1881) was Brits premier in 1868 en in de periode 1874 – 1880. Hij klaagde al over het bestaan van geheime krachten achter de schermen.
Met de huidige kennis van zaken was deze uitspraak dus bestemd voor de bühne.
Lord Rothschild, van de rode schilden,ofwel de satanische Khazaarse Maffia, overal ter wereld geïnfiltreerd op de hoogste posities,tot aan koningshuizen toe.
Fuck them all!!!
Het jammerste is, dat je niet inziet dat de staat Israël een valse staat is zoals ook openbaring 2;9 en 3;9 zeggen, maar blijkbaar zie je dit over het hoofd
Benjamin Disraeli (1804- 1881) was Brits premier in 1868 en in de periode 1874 – 1880. Hij deed al z’n beklag over het bestaan van geheime krachten achter de schermen.
Met de huidige kennis van zaken was deze uitspraak dus bestemd voor de bühne.
http://www.bijbelinfo.nl/Leesvoer/israel_en_juda/De%20Khazaren.doc/index.html