Het was niet genoeg dat veel van de regels in het Verdrag betreffende de Europese Unie tot slechte grappen zijn verworden. Niet tevreden met het feit dat de geringe institutionele en wetgevende geloofwaardigheid van de Europese Unie bijna volledig teniet is gedaan, wordt er ingezet op oorlog, terwijl in artikel 3, lid 1, van het VEU staat dat de Unie tot doel heeft “de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen”, of wat is vastgelegd in artikel 8, lid 1, waarin staat dat “de Unie een bijzondere relatie met de buurlanden ontwikkelt, met als doel een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tot stand te brengen, gegrondvest op de waarden van de Unie en gekenmerkt door nauwe en vreedzame betrekkingen op basis van samenwerking”.
Deze keer kunnen de niet-gekozen “leiders” van deze brute bureaucratische machine niet leven met afwijkende meningen en bereiden ze naarstig een coup voor om af te wijken van de unanimiteitsregel voor besluiten van de Europese Raad op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, waaronder het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, en deze te vervangen door de regel van de gekwalificeerde meerderheid. Als we oorlog gaan voeren, moet iedereen meedoen, en daarmee basta! schrijft Hugo Dionísio.
Het “onderzoek” naar deze mogelijkheid, dat gaande is sinds Slowakije en Hongarije het hebben aangedurfd om hun soevereine belangen en de energie-, economische en sociale veiligheid van hun respectieve volkeren te verdedigen, kan helaas niet worden gezien als een uitzondering op de voortdurende uitsluiting, in de dagelijkse praktijk, van de beginselen die zijn vastgelegd in de verdragen, die in sommige gevallen zijn voorgelegd aan de volkeren die ze in referenda hebben goedgekeurd, ook al zijn de referenda in sommige gevallen herhaald totdat het gewenste resultaat was bereikt. Dat was niet het geval voor Portugal, opdat het Portugese volk zich niet zou vergissen. Tussen ons gezegd, hoewel dit destijds niet te voorzien was, hebben de brave Zuid-Europese leiders ervoor gezorgd dat de inhoud zelfs niet ter discussie werd gesteld. Feit is dat de afschaffing van het vetorecht op het gebied van defensie en veiligheid volledig verband houdt met het aanmatigende gedrag van de Commissie van mevrouw Von der Leyen.
Een van de meest paradigmatische gevallen, dat de meer oplettende mensen niet zal zijn ontgaan, is dat, hoewel het de taak van de voorzitter van de Europese Raad is “de Unie naar buiten toe te vertegenwoordigen in aangelegenheden van gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid”, paradoxaal genoeg niemand António Costa in het Oval Office heeft gezien op de dag dat de Europese klasse daarheen ging om een les in internationale betrekkingen te krijgen van de federale mentor van de EU, genaamd Donald Trump.
Wetende dat bijvoorbeeld volgens artikel 24, lid 1, van het VWEU “het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (…) wordt vastgesteld en uitgevoerd door de Europese Raad en de Raad”, en wetende wat we weten over de topprioriteiten van het beleid van de Unie, was het geen grote verrassing om een gereserveerde voorzitter van de Europese Raad en een uitbundige en vurige voorzitter van de Europese Commissie te zien, vergezeld door de ‘scherpzinnige’ Kaja Kallas.
Dit bevestigt op de een of andere manier de veronderstellingen van degenen die, net als ik, meer geloven dat de benoeming tot voorzitter van de Europese Raad eerder een luxueuze ballingschap is dan een individuele keuze, maar eerder een noodsituatie die tegelijkertijd de rechtvaardiging was om de functie van premier met een absolute meerderheid te verlaten en tegelijkertijd het resultaat was van een dreigende gevangenisstraf, als António Costa had volgehouden om aan de macht te blijven, belichaamd door een onderzoek met compromitterende verklaringen van een andere naamgenoot. Maar ondanks de ballingschap en de veranderingen in de mening van de betrokkene, werd deze niet gearchiveerd, uit vrees dat hij zou proberen zich te mengen in de presidentsverkiezingen of enig ander proces dat de echte regimewisseling die we nu meemaken, zou verhinderen. De waarheid is dat de voormalige Portugese premier in het voorzitterschap van de Europese Raad onzichtbaarder is dan hij ooit was als leider van de regering van een perifeer land als Portugal.
Kaja Kallas, die alleen bevoegd is om de besluiten van het door António Costa voorgezeten orgaan uit te voeren, gedraagt zich als de eigenaar en meesteres van het Europese veiligheidsbeleid, wat zij doet in nauwe samenwerking met Ursula von der Leyen, die inderdaad het echte hoofd is van het oorlogsministerie dat de hoogste organen van de EU zijn geworden. Het bekijken van een mededeling van de Europese Commissie is als het bekijken van de vooroorlogse verklaringen uit de tijd van de grote oorlogen. De organen van de EU zijn veranderd in een soort oorlogsministeries van de Europese Unie.
Volledig immuun voor de schaamte om alle “hoge principes en Europese waarden” die in de verdragen zijn vastgelegd te ondermijnen, terwijl de scheuren in de zogenoemde Europese samenhang zich vermenigvuldigen en verdiepen en het ongemak van bepaalde lidstaten met de beslissingen van de voorzitter van de Europese Commissie aan het licht komt, nemen ook de inspanningen van laatstgenoemde, Kaja Kallas, António Costa en wellicht zelfs Mark Rutte, de secretaris-generaal van de NAVO, namens en in opdracht van de grote mogendheden die het lot van de Unie bepalen, in gelijke mate toe, in de zin dat men zoekt naar een juridisch achterdeurtje dat een afwijking van de regel van unanimiteit zou toestaan voor besluiten op het gebied van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, of, als alternatief, naar een vorm van chantage die Slowakije en Hongarije zou dwingen deze besluiten te accepteren of zelfs, wie weet, de wijziging van het verdrag tot oprichting van de Europese Unie te aanvaarden, waarbij zou worden vastgelegd dat dit soort besluiten ook met gekwalificeerde meerderheid kunnen worden genomen.
Wat duidelijk is, is dat deze mensen de afwijkende meningen van anderen zeer slecht verdragen en, geconfronteerd met het onvermogen om Hongarije en Slowakije ertoe te brengen Amerikaans LNG te kopen dat vijf keer zo duur is als pijplijngas uit de Russische Federatie, wij allen getuige waren van de onverstoorbaarheid, het cynisme, het medeplichtige stilzwijgen en het verhulde genoegen waarmee zij de vernietiging, door hun gesponsorde Oekraïners, van de pompstructuren van de Druzhba-pijpleiding benaderden. Als het niet op de ene manier lukte, dan wel op de andere. Geen veroordeling, geen woord van begrip voor de negatieve gevolgen die de aanval op een civiele infrastructuur had voor sommige Europese volkeren.
In een zo moeilijke tijd als die waarin we leven, waarin het risico van een nucleaire confrontatie ons allemaal doodsbang zou moeten maken en ons in staat zou moeten stellen om de moeilijkste compromissen te sluiten in naam van vrede, leven, hoop en vriendschap. Nee! De beroemde Europese “leiders” blijven vasthouden aan confrontatie en zijn niet in staat om een gebaar, een woord of een simpele uitdrukking te maken waarmee ze laten zien dat ze bereid zijn om te praten, te onderhandelen en een einde te maken aan deze terreur. We kunnen geen enkele verklaring vinden die dat aangeeft. Alleen maar arrogante uitspraken dat ze Rusland met geweld zullen dwingen om te onderhandelen, oftewel “te capituleren”.
Telkens wanneer Vladimir Poetin zich bereid toont tot dialoog, tot gesprek, horen we alleen maar de gebruikelijke extremistische en fanatieke litanie: “je kunt niet onderhandelen met de Russen”; “de Russen zijn niet betrouwbaar”; “de Russen zijn leugenaars”; “zolang Poetin er is, hoef je er niet eens aan te denken”; “de Russen begrijpen alleen de taal van geweld”; of “Rusland is slecht, wij zijn goed”, zoals de groene vaandeldrager zo vaak herhaalt, als een herhalingsmachine van haat en waanzin.
Het is dan ook geen wonder dat, geconfronteerd met zulke inflexibiliteit, zelfs toen de Russische autoriteiten aankondigden er geen bezwaar tegen te hebben dat Oekraïne tot de EU zou toetreden — wat het indirect in de NAVO zou plaatsen, waarbij men slechts zou moeten leven met zijn leger gestationeerd in Polen, Estland, Letland en Litouwen — zelfs toen konden de eurocratische zieltjes hun gepantserde russofobe bubbel niet doorprikken. Het is alsof zij deze gelegenheid niet willen missen om een historische wraak uit te voeren, waar de afsluiting van de laatste State of the Union-toespraak zo duidelijk op wijst, waarin de voorzitter van de Commissie een eenheid als de “Forest Brothers” eerde, die in haar hoogtijdagen, tijdens de nazi-invasie van Europa, onvermoeibaar misdaden tegen de menselijkheid beging op Litouwse bodem.
Om geen enkele mogelijkheid te laten liggen om degenen te straffen die schuldig zijn aan het verslaan van het nazi-fascisme en ons bijna 80 jaar lang hebben gespaard van die gruwelijke waanzin die het fascisme is, mengen deze mensen zich in de discussie over de invoering van gekwalificeerde meerderheidsstemming op gebieden als uitbreiding, buitenlands beleid en veiligheids- en defensiebeleid in de Europese Unie, ten koste van de huidige eis van unanimiteit, een idee dat aan kracht wint.
Vaak beroepen de voorstanders van deze verandering zich, op rechtvaardigende toon, op grotere efficiëntie en flexibiliteit bij de besluitvorming, om zo de verlegenheid te vermijden die gepaard gaat met het voeren van een dialoog en het sluiten van compromissen met de tegenstanders. Net zoals zij dat doen op alle andere gebieden van het bestuur, waar zij vrolijk op weg zijn naar de diepste afgrond die zij kunnen vinden, waardoor wij een bitter verlies aan sociale en democratische voorwaarden lijden, lijken deze mensen ook in dit geval niet te begrijpen dat de eis van unanimiteit in zaken als oorlog niet alleen het belangrijkste en meest beslissende instrument is om vrede te bevorderen, waarover het verdrag spreekt, met als doel het voor een bepaald intern blok moeilijk te maken om alle andere blokken mee te slepen in een catastrofe, maar ook, door op een dergelijke koers aan te dringen, de deur openzetten voor bepaalde lidstaten om zich af te vragen of ze alleen niet veiliger zouden zijn dan in gezelschap. Dat is, al is het geen catastrofe, toch minstens een tegenstrijdigheid voor degenen die zo luid zweren deze Europese Unie te verdedigen.
Onder het mom van de noodzaak van “efficiëntie en wendbaarheid” in Europese veiligheids- en defensiebeslissingen, gaat het veeleer om het bedenken van een voorwendsel voor een zeer gevaarlijke machtsconcentratie en voor de marginalisering van bepaalde lidstaten, waardoor de bestaande ongelijkheden nog verder worden vergroot. Aan de eis van 55 % goedkeuring, wat overeenkomt met 65 % van de Europese bevolking, vertegenwoordigd door de meerderheid van de lidstaten, kan worden voldaan met iets meer dan de helft van de lidstaten, die daarmee de macht zouden hebben om hun tirannie aan de anderen op te leggen.
Maar deze discussie is alleen mogelijk omdat we getuige zijn geweest van een versnelde uitholling van de nationale soevereiniteit van de volkeren van de EU, ten nadele van een zichzelf verslindende bureaucratische machine.
Momenteel garandeert het unanimiteitsbeginsel dat geen enkele lidstaat kan worden gedwongen om beslissingen te aanvaarden die in strijd zijn met zijn fundamentele nationale belangen. Dit mechanisme, dat soms weliswaar tot een trager besluitvormingsproces kan leiden, fungeert als een essentiële waarborg voor de soevereiniteit en het respect voor diversiteit binnen de EU. De overgang naar gekwalificeerde meerderheid, waarbij een besluit zelfs tegen de wil van sommige staten kan worden goedgekeurd, zou een verandering met ingrijpende gevolgen betekenen.
Laten we ons een scenario voorstellen waarin gekwalificeerde meerderheid wordt toegepast op de uitbreiding van de EU. Een land met sterke historische en economische tegenstellingen met een potentiële kandidaat-lidstaat zou zijn bezorgdheid over regionale stabiliteit of integratievermogen genegeerd kunnen zien als de meerderheid van de andere staten zou besluiten door te laten gaan. Laten we niet vergeten dat Hongarije, Roemenië en zelfs Polen, hoewel geketend door de “ja-knikkers” van MI6, ernstige problemen hebben met de politieke krachten die het regime in Kiev vormen, die de periode van nazi-bezetting van hun grondgebied verheerlijken en vervolgens hun fanatisme hebben losgelaten op duizenden mensen van die nationaliteiten.
Evenzo kan een lidstaat in het buitenlands beleid worden meegesleept in standpunten of sancties waarmee hij het niet eens is, waardoor zijn diplomatieke en economische betrekkingen in het gedrang komen. Het vermogen van een land om zijn strategische en legitieme belangen te verdedigen, zou ernstig worden aangetast. Voorstanders van het behoud van de unanimiteitsregel stellen dat “de regel bredere onderhandelingen aanmoedigt, de democratische legitimiteit vergroot, de eenheid versterkt, de uitvoering verbetert en kleine staten een schild biedt tegen de eisen van grotere landen”, terwijl tegenstanders stellen dat “unanimiteit het besluitvormingsproces belemmert, een mentaliteit van de kleinste gemene deler bevordert, uitnodigt tot het creëren van ‘Trojaanse paard’-plannen met kwaadwillige bedoelingen en de EU belet haar volledige potentieel op het wereldtoneel te realiseren”.
De waarheid is dat dit idee bij de goedkeuring van het Verdrag van Lissabon niet de overhand had en dat de unanimiteitsregel in naam van de Europese cohesie bleef bestaan voor zaken die zo belangrijk zijn als oorlog en vrede. Dit betekent echter niet dat de eurocratische nomenklatoera niet heeft geprobeerd om doctrinaire rechtvaardigingen te vinden voor de “noodzakelijke” afwijkingen (“constructieve onthouding”, “speciale afwijking” en “passerelle-clausule”). Tegen al deze afwijkingen kunnen de lidstaten echter altijd hun strategische of vitale belangen inroepen om hun veto uit te oefenen.
De geschiedenis leert ons dat, wanneer een oorlogspartij zichzelf van deze weg overtuigt, alleen de georganiseerde strijd van de massa’s en het ernstig in twijfel trekken van de opgelegde antidemocratische orde een dergelijk lot kunnen voorkomen. Ik betwijfel immers of er veel Europeanen zijn die, als hen dat gevraagd zou worden, bereid zouden zijn om zelf of hun kinderen naar de loopgraven van Donbass te sturen om daar te sterven.
De invoering van gekwalificeerde meerderheid op strategische gebieden zal ongetwijfeld het bestaan van een EU met twee snelheden versterken, of deze op middellange/lange termijn zelfs versnipperen. Landen die zich voortdurend buitengesloten voelen van belangrijke discussies en waarvan de belangen systematisch worden genegeerd door de Europese “grootmachten”, kunnen hun plaats en voordeel in de Unie in twijfel gaan trekken.
Wanneer cruciale beslissingen worden genomen zonder hun volledige instemming, zullen deze landen onvermijdelijk een gevoel van vervreemding en wrok ontwikkelen. Op lange termijn zullen door het ondermijnen van wederzijds vertrouwen en solidariteit, deze essentiële pijlers van elk supranationaal integratieproject, fataal worden uitgehold. De Europese Unie, die nog steeds beweert trots te zijn op het feit dat zij een project van vrede en samenwerking is, verandert geleidelijk in een plutocratisch toneel, vol uitzonderlijke regimes, uitzonderingen die regels worden, discretie, unilateralisme en autocratie, waarvan de usurpatie van de functies van António Costa door Von der Leyen slechts één indicatie is.
Zoals we allemaal zullen kunnen vaststellen, zullen we, als er niets wordt teruggedraaid, binnenkort getuige zijn van een drastische toename van het aantal beslissingen die gericht zijn op het bevorderen van de belangen van de grote economische machten, wat onevenredige kosten kan opleveren voor kleinere of of zich ontwikkelende landen. Deze beslissingen kunnen handelspatronen, veiligheidsovereenkomsten of zelfs betrokkenheid bij conflicten dicteren, zonder dat de minder invloedrijke staten voldoende zeggenschap hebben gehad om ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met hun specifieke kwetsbaarheden en behoeften. Zelfs zonder de afwijking van de unanimiteitsregel zullen de machten die de EU controleren niet nalaten de nodige provocaties en valse vlaggen te ontwikkelen om degenen die zich buiten deze confrontatie willen houden, te conditioneren.
Het beginsel van een unie van democratie en volkeren zou vereisen dat het blok in staat is om eerlijk te zijn tegenover iedereen, en niet een mechanisme dat de dominante posities van sommigen ten koste van anderen versterkt. Maar er is niets tegenstrijdiger dan de combinatie van de reële en materiële aard van de EU met de beginselen die zij voorstaat. Vierendertig jaar na de val van de USSR beginnen we allemaal beter te begrijpen wat voor constructie de Europese Unie werkelijk is en hoe deze botst met de beginselen die zij verkondigt.
In een tijdperk waarin van de EU wordt geëist dat zij is wat zij niet is – een coöperatieve, broederlijke pool van vriendschap tussen soevereine Europese volkeren – drijft de diepe aard van deze bureaucratische constructie, die met een existentiële crisis wordt geconfronteerd, haar naar de enige rol die bij diezelfde aard past: het verdiepen van de vazalstaat aan de VS, fungerend als reddingsboei voor haar hegemonie of, als laatste redmiddel, als barrière die multipolaire betrekkingen uitsluit.
Het is in dit kader dat de eis van een dictatuur van de meerderheid (die zo vaak wordt verward met “democratie”) past bij de rol die Trump van de EU eist. En deze laatste, geconfronteerd met de duizelingwekkende zelfvernietiging, is niet in staat zich terug te trekken en een nieuwe weg in te slaan, een weg die ons allen afleidt van het fatale lot dat ons te wachten staat. Maar om dat te bereiken, mogen de ideeën aan het hoofd van de EU-organen niet de oude, achterhaalde ideeën zijn van de nakomelingen van de verslagenen. Daarvoor is een nieuwe generatie nodig, ontdaan van de haat, bitterheid en frustratie die de nederlaag van het nazi-fascisme voor hen betekende.
Het idee dat het streven naar meer “efficiëntie” het verlies van stemrecht voor degenen die zich daartegen verzetten rechtvaardigt, ten gunste van snellere besluitvorming voor de meerderheid, is een gevaarlijke drogreden, die alleen maar tot doel heeft om ons met mooie woorden de donkerste toekomst voor te bereiden die we ons kunnen voorstellen.
Een toekomst die voortkomt uit een verleden waarvan we dachten dat het een uitzondering was, maar dat dreigt regel te worden!
Vind je het belangrijk dat er nog onafhankelijke berichtgeving bestaat die niet wordt gestuurd door grote belangen? Met jouw steun kunnen we blijven schrijven en onderzoeken. Klik hieronder en draag bij aan het voortbestaan van Frontnieuws.
Copyright © 2025 vertaling door Frontnieuws. Toestemming tot gehele of gedeeltelijke herdruk wordt graag verleend, mits volledige creditering en een directe link worden gegeven.
Volg Frontnieuws op 𝕏 Volg Frontnieuws op Telegram
Ons parasitair, exponentieel kwaadaardig en autoritair EU gedrocht MOET gewoonweg verdwijnen ! Niettemin mag er een overkoepelend orgaan bestaan dat nationale onderliggende twistpunten reguleert en in goede banen leidt, het huidige monster echter, tevens natte droom van konijn Verhofstadt, dat zich de laatste 20 jaar ontwikkeld heeft met lak aan democratische normen, heeft geen bestaansrecht meer ….WEG ERMEE !
Als ze het veto recht van landen af gaan pakken zoals van Slowakije en Hongarije dan kun je er gif op innemen dat deze landen de EU gaan verlaten.
Die achterlijke in Brussel snappen niet wat er dan gaat gebeuren. Dan is de kans heel groot dat Slowakije en Hongarije zich bij de BRICS aan gaan sluiten.
En wat als dat gebeurd en Slowakije en Hongarije overleggen met Rusland om oreshnik in hun land te plaatsen 🙉🙉🙉
Volgens mij kunnen landen, zoals Hongarije en Slowakije, gebruik maken van hun huidig veto recht om de wijziging in de EU-regels te blokkeren die het bestaande veto recht zou afschaffen.
Heel zorgwekkend die EU met zijn commissie en het feit dat landen niet meer soeverein mogen opereren of beslissen, de Brexit begreep ik dan ook pas sinds een paar jaar geleden.
Iedereen hoopt en bid dat een ander deze Warboel oplost…een krabbenmand of een slangenkuil…of in een niet zoverre toekomst een nieuwe aangepaste USSR…oost-midden-europa…denk ik zo..(wensdenken) …
Daar de EU commissie zelf alle verdragen, akkoorden en wetgeving/regelgeving aan hun laars lappen, als het hun net niet uitkomt. Want met de opheffing van het Chevron Defence (doctrine) per 28-06-2024 zijn alle bestuurswetten ongeldig geworden wereldwijd. Daarmee zijn alle regeringen en overkoepelende organisaties die zich uitgeven alsof zij een rechtsstaat zijn, niet meer bevoegd om überhaupt wetten, wetgeving en bestuurswetten te maken. Zo ook niet de NAVO of de VN, WHO.
Veel te lang…Waar het om gaat wat er echt toe doet, kan niet op een A4-tje ??
aub een tldr van https://www.frontnieuws.com/nationale-vetorecht-weghalen-om-van-de-uitzondering-de-regel-te-maken/
profile
Qwen3-Max
TL;DR van het artikel op Frontnieuws:
Het artikel waarschuwt tegen plannen binnen de Europese Unie om het nationale vetorecht in het gemeenschappelijk buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid af te schaffen en te vervangen door besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid. Volgens de auteur is dit een gevaarlijke machtsgreep door EU-instellingen (met name de Europese Commissie onder Ursula von der Leyen), die daarmee kleine lidstaten zoals Hongarije en Slowakije willen dwingen mee te gaan in een oorlogsgerichte koers — bijvoorbeeld tegen Rusland — ook al botsen zulke beslissingen met hun nationale belangen.
De auteur stelt dat:
Het vetorecht essentieel is om soevereiniteit, vrede en diversiteit binnen de EU te beschermen.
De huidige EU-leiders vertrouwen niet op dialoog of compromis, maar op confrontatie en unilateralisme.
De afschaffing van unanimiteit zou leiden tot meer ongelijkheid, vervreemding van kleinere landen, en mogelijk zelfs tot uittreding van lidstaten (bijv. naar BRICS).
De EU verandert van een “vredesproject” in een plutocratisch, oorlogsgericht instrument van de Verenigde Staten.
De bewering dat dit nodig is voor “efficiëntie” is een dekmantel voor machtsconcentratie en antidemocratische centralisatie.
Kortom: het artikel ziet de afschaffing van het vetorecht als een bedreiging voor democratie, vrede en nationale zelfbeschikking, en als een stap richting een autoritaire, verdeelde en oorlogszuchtige EU.